Day 28: Exploring caves and a sandbuggy

13 december 2015 - Vang Vieng, Laos

10/12/2015

Wakker worden zonder hoofdpijn (voornamelijk te danken aan mijn apotheek en de liters water toen ik thuis kwam). Vandaag geen gezeur, we gaan de omgeving verkennen. Geen tijd voor een kater. Mind over matter.
 

We huren samen met onze nieuwe partners in crime (Henk en Mo) een scooter. A new scooter crew is born. We zijn elkaar echter na vijf minuten al kwijt tijdens onze zoektocht naar brandstof. De club is nog niet helemaal op elkaar ingespeeld blijkt wel. No worries! We zien elkaar wel bij de waterval besluiten Mo en ik.
 

Achterop de scooter heb ik al snel door dat we op een zeer mooi stukje Laos zijn aangekomen. Bergen, rivieren, zon, zandwegen, grotten en bamboe. Beetje zoals Nespresso, what else?

Na een twintig tal minuten rijden arriveren we bij een cave (grot, voor de Nederlander en overigens Thon voor de Loatiaan). Stukje omhoog klimmen met een verticale stijgingsgraad van vijfenzeventig. Best zwaar met een kater, maar zeker te doen. Boven gaan we de grot in. De afmetingen zijn echter niet royaal te noemen en ik moet voorop (krijg je als je een hoofdlamp en selfiestick met zaklamp hebt, dan ben je altijd de pisang). Ik krijg het Spaans benauwd door potentiële aanwezigheid van spinnen (dat zijn samen met slangen mijn achilleshiel). Na een metertje of vijftig de grot in hoor ik een grapjas 'spider' krijsen. Beste omschrijving van mijn lichamelijke reactie? Body's hit the floor. Met een hartslag die de gemiddelde zestig plusser omlegt vervolg ik deze heftige cave. Iets met buiten je comfort zone gaan. De spin was overigens een centimer of tien met een doorzichtige huid (what the actual ****).

Met een grotie portie adrenaline, een happyface en energie voor tien stap ik de grot weer uit. Dit was heftig (leuk). Op naar de Blue Lagoon, een chill plek voor de backpacker die gewoon simpel wil genieten in een commerciële setting. Dat slaan we natuurlijk niet over. Aangekomen aldaar zie ik een Chineze baas aankomen rijden met een sandbuggy. Ik loop nog net niet te kwijlen en probeer zo recht mogelijk richting de Chineze baas te wandelen. De prijs van dit beest wil ik weten, want ik ga (ongeacht de prijs) morgen mijn leven op het spel zetten met deze machine. De baas spreekt geen woord Engels en ik communiceer met handen, voeten, de ogen etc. Na een tijdje weet ik nog steeds de prijs niet en biedt de baas aan om een rondje te doen met de buggy over het parkeerterrein. Oke, als je zo aandringt zeg ik geen nee.

Binnen dertig seconden sta ik weer voor de neus van de baas. Of ik nog wat verder af van het terrein wil rijden? Tenminste, dat maak ik op uit de tien minuten die hij aangeeft op zijn horloge. Tijd is universeel voor toestemming. Ik kruip weer achter het stuur, waarna ik nogmaals uitleg krijg over de werking van de machine. Ik rijd rustig het parkeerterrein af en scheur daarna vol gas weg. Geen langzaam wagentje. Bij de eerste bocht probeer ik te driften. Kinderspel. Misschien is het waard te vermelden dat ik alleen een zwembroek (die oranje) draag. Geen helm, geen handschoenen, geen schoenen, geen stofkapje. Alleen een zwembroek met een zonnebril en een glimlach van oor tot oor. Ik haal alles en iedereen onderweg in en besluit dat een kwartiertje vast ook wel kan. Geweldige ervaring, helemaal met deze weg, deze natuur en de toevalligheid van het moment.
 

Terug bij de Blue Lagoon komt de Chineze baas glimlachend op mij afgelopen. Zonder woorden leg ik uit dat ik het ***** awesome vond. Hij gebaart dat ik weg moet lopen richting mijn vrienden. Daarna krijg ik een vragend vingertje als bonus. Of mijn vrienden ook even willen rijden? Ja, aan hun jaloerse blikken te zien wel. Ik moet wel beloven dat ik een chickie regel die eerst met hem even wil rijden. Ik kijk rond en zoek een slachtoffer die eruit ziet alsof ze tegen een stootje kan, maar des al niet te min een ruime voldoende is. Iedereen happy.
 

Dan is het eindelijk tijd om te zwemmen in de Blue Lagoon. Prachtig helder water met swingropes en een boom van waaruit je een meterje of zeven kan springen (natuurlijk niks aan na die Canyon in Chiang Mai van zeventien meter). Eenmaal op het springpunt is het toch weer even slikken, maar kom op weer uit de comfort zone, je bent hier niet voor niks.

 

Tussen de middag eet ik een broodje met een Brit. Hij is wat ouder en wijzer (veertig jaar) en we bespreken wat relaties, hobby's en wat nou een superior man is. Interesting conversation dat me doet realiseren dat ik beter leer loslaten. Mijn waardevolle spullen liggen allemaal bij een vriendje, buiten mijn zicht. Maar het is oké. In het ergste geval wordt het gestolen. Ik kan tenminste ontspannen. Eindelijk.

Na de Blue Lagoon doen we een klimmetje omhoog naar een Cave. Dit is namelijk de cave van de liggende Buddha. We doen een spannende tocht samen met twee dames diep de grot in. Veel minder eng door de ruime opzet en de afwezigheid van grote rare spinnen. Ik begin het bijna leuk te vinden.

Ik sprint natuurlijk (met de rode adiddasjes) weer naar beneden en bemerk een vordering van mijn down hill skills. Je moet toch ergens je energie aan kwijt. We rijden met scooter (ik weer achterop, Mo rijdt namelijk prima) weer terug naar het Hostel. We eten wat (een crepe met pindakaas, chocolade, banaan, kokos en condensed milk). Daarna is het tijd voor het uitgaansleven. Een paar biertjes en ballonnetjes verder beland ik rond een uur of twee in mijn nest. Tijd voor wat nodige slaap want morgen gaan we Tuben!