Day 24: Ziplining trough the jungle and life in general

13 december 2015 - Huay Xai, Laos

06/12/2015

Het is half zes, geruisloos stap ik uit mijn bedje. Vannacht was het koud. Ik deelde een deken met het meisje naast mij (uit noodzaak) en vond het fris in de jungle. Tijd voor een ijskoude douche to get it over with. Ik plaats de gopro (alleen voor privé ogen) met uitzicht op bos en bil. Dit wil ik natuurlijk herleven. De douche is spartaans koud en ik zal er warm aan terug denken mocht ik binnenkort weer eens een kater hebben.

Om zes uur hoor ik een zipline. De guides zijn er en zo te horen zijn ze enthousiast. We ontbijten in stijl en eten wederom rijst. I don't mind. Ik eet voldoende (lees veel) want vandaag heb ik het nodig. Bovendien, ik wil niet afvallen en de afwezigheid van suikers begint zijn tol te eisen.

We pakken weer een indrukwekkend aantal ziplines en gaan sneller en sneller. Waar ligt de grens? Ergens bij mijn hoofd en nek zo ongeveer. Ik kus met beide delen de lijn, waardoor ik geen tatoeage meer nodig heb als aandenken (valt mee Mam, misschien heelt het mooi).

Nadat we rond een uur of twee zijn uitgeziplined lunchen we (op kosten van de zaak) bij een zwemplaats. Dan volgt een ritje van een uur of anderhalf naar Huay Xai terug. De heenweg zat ik nog in de truck, de terug weg heb ik het moeilijker achterin het laadruim van de tuktuk. Ik word zowaar wat misselijk. This is new! Gelukkig duurt het maar negentig minuten, waarna ik letterlijk uit de tuktuk spring. Even ademhalen en dan een biertje. Althans dat was het plan. Sander wil de slowboat pakken en ik de bus naar Luang Prabang. Dilemma? Apart gaan? Ik wil niet teveel tijd verliezen en heb gehoord dat er vooral wordt gezopen op de slowboat, dus why? Sander is het met me eens, dus gaan we kijken naar de eerste de beste bus. Die vertrekt over vijfentwintig minuten. Oke? Snel eten dus. We scoren wat kip met rijst en in de winkel ships en cola. Ready for a 16 hour bustrip (beloofde tijd dertien uur overigens). We stappen in om kwart over drie en hebben de rit van ons leven.

De bus is bestemd voor een mannetje of tweeëndertig maar als je het gangpad ook gebruikt als zitplaats (een twintig kilo zak rijst, met daarop een plastic stoeltje van de IKEA) passen er wel zestig mensen in. The more the merrier! Mijn armsteun wordt getransformeerd in hoofdkussen voor een local. I don't mind. Na een uur of twee vraag ik aan Sander of we een goede keuze hebben gemaakt. Sander zegt volmondig JA. Na vier uur vraag ik hem nog eens. Hij kninkt instemmend. Na zes uur. Nouja, je voelt hem al aankomen. Na tien uur is Sander van mening verandert en is er twijfel te horen zijn stem. Dat kan ik waarderen natuurlijk. Uur twaalf en dertien zijn zwaar, er stapt een gezin uit dat is wezen verhuizen en de bus wordt honderd kilo lichter, het uitladen gaat traag. We hoopten er nu te zijn maar hebben nog twee uur te gaan. Ondertussen ben ik inmens melig en irriteer ik Sander tot op het bot. Sorry man, ik kan er ook niks aan doen. Rond uur vijftien doen we een laatste stop en ruiken we ineens een penetrante stank. Ik hoor Sander vragen of dat de kinderen aan de linker kant zijn? Ik weet het niet, ze zien er wel uit alsof ze net als wij een douche nodig hebben. Ik stap de bus uit om mijn blaas te legen en ruik de stank nog heviger. We staan naast een vuilnisbelt. Met de slappe lach in het gelaat stap ik de bus weer in. Heerlijk hoe we die kinderen de schuld gaven. Priceless. Ondertussen zijn we alweer in morgen aangekomen dus stop ik met schrijven.